Geschiedenis.

De Australian Labradoodle kent zijn ontstaan in de jaren '80 toen men in Australië op zoek ging naar een allergievriendelijke begeleidingshond voor een blinde dame. Aanvankelijk vertrok men van een kruising van een Labrador en een Koningspoedel. De combinatie van beide rassen gaf veelbelovende resultaten. De nieuw ontstane hond bleek intelligent, leergierig en zeer mensgericht te zijn. In de jaren daarop zetten de Australische fokkers Tegan Park en Rutland Manor de ontwikkeling van de Labradoodle verder.

Door de juiste mix van meerdere rassen én meerdere generaties kon men uiteindelijk komen tot een vriendelijke, sociale hond die niet alleen makkelijk op te leiden is, maar bovendien niet verhaart en geen typische hondengeur afgeeft. Minstens even belangrijk is het feit dat de Australian Labradoodle allergievriendelijk is.

Een Australian Labradoodle verkrijg je dus niet door simpelweg een Labrador met een Poedel te kruisen. Deze ‘eerste kruising’ kan een hond opleveren die gelijkenissen vertoont maar biedt geen garanties naar de typische eigenschappen.

Je doet er dus goed aan je ernstig te informeren naar de ouders en grootouders van een nestje alvorens een hond aan te schaffen.

 

Voor wie is een Australian Labradoodle geschikt?

In eerste instantie zijn er vooral veel mensen met een allergie voor honden die zich aangetrokken voelen tot een Australian Labradoodle. Zeker als na een test blijkt dat zij wel goed reageren op een Australian Labradoodle is dat als een droom die uitkomt. Nooit gedacht, maar nu toch een hond in huis. Dit zijn dan ook veelal mensen die nooit eerder een hond hebben gehad. Maar door het gemakkelijke en goed te trainen karakter van een Australian Labradoodle is dat ook vrijwel nooit een probleem. De meeste fokkers van Australian Labradoodles testen de pups op een leeftijd van circa 7 weken ook op karaktereigenschappen en wijzen dan een pup toe aan een gezin dat daar het beste bij past, zodat de match de grootste kans van slagen heeft.

Toch zijn er nu ook steeds meer mensen zonder allergie die kiezen voor een Australian Labradoodle, omdat zijn karakter en zijn uiterlijk als levende teddybeer hem wel heel erg geschikt maken als echte huishond.

Wat de reden ook is dat je kiest voor een Australian Labradoodle, het is erg belangrijk dat je tijd voor hem hebt. Wanneer hij zichzelf te veel moet vermaken en niet wordt uitgedaagd of niet genoeg beweging krijgt kwijnt hij weg en dat is iets wat altijd voorkomen moet worden.

Er zijn 3 maten:

  • Miniatuur: 35 – 43 cm.
    Gewicht: 7 – 13 kg.
  • Medium: 44 – 53 cm.
    Gewicht: 14 – 23 kg.
  • Standaard : 54 – 63 cm.
    Gewicht: 24 – 35 kg.

Vacht.

Er zijn twee vacht soorten.

  • Fleecevacht, in twee varianten:
    Curly fleece: Losse krullen, het haar is spiraalvormig.
    Wavy fleece: Deze vacht is golvend, opener.
  • Wolvacht: Deze vacht is krullend dik en dicht